FR

Après Huey Newton, les services du COINTELPRO (Counter Intelligence Program), organe secret de contre-espionnage politique du FBI, continuent à infiltrer le Black Panther Party pour le détruire, montant de toutes pièces des dossiers visant à compromettre son image. En août 1968, leur cofondateur Bobby Seale se voit accusé de conspiration et d’incitation à l’émeute. Lors du procès dit des Chicago Seven, alors qu’il souhaite assurer lui-même sa défense, il est ligoté et bâillonné en pleine audience avant d’être poursuivi lors d’un procès séparé.

NL

Nadat Huey Newton op 28 oktober 1967 gearresteerd wordt op verdenking van moord op een politieagent blijven agenten van COINTELPRO (Counter Intelligence Program), de geheime afdeling voor politieke contraspionage van de FBI, de Black Panther Party infiltreren met de bedoeling om haar te vernietigen. Met alle mogelijke elementen worden dossiers aangelegd die het imago van de partij moeten besmeuren. In augustus 1968 wordt medestichter Bobby Seale beschuldigd van samenzwering en aanzetten tot rellen. Als hij tijdens het proces van de zogenoemde Chicago Eight vraagt om zichzelf te verdedigen, wordt hij publiekelijk vastgebonden en gekneveld. Seale krijgt vervolgens een apart proces.

EN

After Huey Newton, the services of COINTELPRO (Counter Intelligence Program), the FBI’s secret political counterintelligence body, continued to infiltrate the Black Panther Party to destroy it, falsifying records aimed to compromise its image. In August 1968, their co-founder Bobby Seale was accused of conspiracy and incitement to riot. At the so-called Chicago Seven trial, having asked to defend himself, he was tied up and gagged in full court before being prosecuted in a separate trial.